Stedelijke commissie

Op 1 januari 2013 is de Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW wetgeving in werking getreden. Deze wet regelt vanuit het Rijk hoogte van de boete die de gemeente, maar ook het UWV en de SVB moet toepassen bij verwijtbare schending van de inlichtingenplicht die van het belang is voor het recht op een uitkering. Als belanghebbende tot twee maal toe zijn inlichtingenplicht verwijtbaar niet nakomt waardoor te veel uitkering is verstrekt (fraude) en dus voor een tweede maal een boete opgelegd moet worden, moet die boete robuust geïncasseerd kunnen worden. Daarbij past dat de door wetgever geboden mogelijkheid, om de boete gedurende maximaal 3 maanden met de volledige uitkering te verrekenen, wordt benut. Gedurende de wettelijke termijn van 3 maanden wordt dan geen rekening gehouden met de beslagvrije voet. In Enschede gaat het om een relatief kleine, maar hardnekkige groep die de inlichtingenplicht verwijtbaar schendt waardoor te veel uitkering wordt verstrekt. In een periode van 5 jaar zijn dit ongeveer 60 burgers die bij herhaling frauderen met een WWB uitkering. Indien wel rekening wordt gehouden met de beslagvrije voet, dan merkt deze groep burgers in onze stad - in financiële zin - niets van het opleggen van een boete omdat ze al vaak op de beslagvrij voet zitten. Wel moet worden voorkomen worden dat minderjarige kinderen de dupe worden van het gedrag van de ouder(s) en door het volledig verrekenen van de boete met de uitkering op straat komen te staan. In deze situatie wordt bijzondere bijstand in de vorm van een geldlening gegeven om de vaste lasten gedurende 3 maanden te betalen.

Er is vanuit de samenleving een toenemende vraag naar volkstuinen. Daarnaast is er een wens vanuit bestaande volkstuinverenigingen voor meer uniformiteit. Om die reden heeft de gemeente in overleg met volkstuinverenigingen uniforme regels opgesteld en zijn er afspraken gemaakt over de kwalitatieve verbetering van volkstuinen zodat die aantrekkelijk genoeg zullen worden voor toekomstige gebruikers. Aan de raad wordt voorgesteld om daarmee in te stemmen.

Op 14 februari 2011 heeft de ChristenUnie een motie ingediend (die door de hele raad is gesteund) om een toekomstvisie op te stellen voor het stadhuis. In december 2011is de eerste stap daarvoor gezet door een waardestelling vast te stellen waarin wordt aangegeven wat in het stadhuis wel en niet waardevol is en waar wel en geen transformatieruimte aanwezig is. In februari 2012 is met burgers, ondernemers, experts en raadsleden gesproken over de toekomstige functies van het Stadhuis. De ideeen daaruit zijn meegenomen in een concept voor de toekomst van het stadhuis. Dit is vervolgens uitgewerkt in een ruimtelijke verbeelding waarin verschillende fasen zijn opgenomen. De eerste fase betreft een voorstel om het gebruik van het monumentale deel te verbeteren door aanpassing van de entree en de burgerzaal. Een tweede en derde fase zijn ingrijpender en beogen het stadshuis meer open te maken in uitstraling maar ook om medegebruik door anderen mogelijk te maken.