Raadsvergadering

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 januari 2020,

besluit, met inachtneming van de aangenomen amendementen C, D, E, G, I, F:

1. de als bijlage 1 aan dit voorstel toegevoegde nota 'Uitgangspunten Energievisie' gewijzigd vast te stellen
als minimum scenario, met inachtneming van de in dit voorstel genoemde overwegingen voor het
formuleren van een definitieve energievisie, en te beschouwen als input voor de Regionale
Energiestrategie (RES);
2. In de definitieve Energievisie op te nemen en vast te stellen dat binnenkomende verzoeken om de afgifte
van een verklaring van geen bedenking (als bedoeld in artikel 6.5 Bor jo 2.27 Wabo) die samenhangen
met de aanleg van een zonneveld of de plaatsing van een windturbine te zullen worden getoetst aan de
onder C.7, respectievelijk C.8 beschreven uitgangspunten in de onder 1 bedoelde nota. Deze
uitgangspunten worden voor de Energievisie nader besproken met de gemeenteraad, aangepast
conform opbrengst van deze bespreking en vervolgens uitgewerkt in de Energievisie.
Daarbij onder C7 uit te gaan van de volgende aanpassingen:
- kleinschalige velden van maximaal 10 ha bruto eventueel toe te staan, zodat met maximaal 6 ha netto
ruimte voorzonnevelden deze rendabel kunnen worden gerealiseerd inclusief de benodigde
landschappelijke inpassing die het landschap verrijken;
- de zonneladder richtinggevend te laten zijn, niet leiden en daarmee uitsluitend;
- niet alle essen bij voorbaat uit te sluiten, maar in de energievisie concreet te maken welke essen dat
betreft, met in acht neming van de waarderingskaart buitengebied;
- beoogde locaties niet te beperken tot de stadsranden en te bezien in samenhang met discussies met
Enexis over mogelijkheden tot uitbreiding van de benodigde technische infrastructuur.
3. Voor het eind van deze collegeperiode te streven dat het minimale scenario van 8% in 2030 gerealiseerd
is, middels het voorbereiden van besluitvorming voor duurzame energieprojecten en eens per zes
maanden over de voortgang te rapporteren aan de gemeenteraad inclusief de ervaren belemmeringen
om deze minimale ambitie te realiseren.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 januari 2020,

besluit, met inachtneming van de aangenomen amendementen C, D, E, G, I, F:

1. de als bijlage 1 aan dit voorstel toegevoegde nota 'Uitgangspunten Energievisie' gewijzigd vast te stellen
als minimum scenario, met inachtneming van de in dit voorstel genoemde overwegingen voor het
formuleren van een definitieve energievisie, en te beschouwen als input voor de Regionale
Energiestrategie (RES);
2. In de definitieve Energievisie op te nemen en vast te stellen dat binnenkomende verzoeken om de afgifte
van een verklaring van geen bedenking (als bedoeld in artikel 6.5 Bor jo 2.27 Wabo) die samenhangen
met de aanleg van een zonneveld of de plaatsing van een windturbine te zullen worden getoetst aan de
onder C.7, respectievelijk C.8 beschreven uitgangspunten in de onder 1 bedoelde nota. Deze
uitgangspunten worden voor de Energievisie nader besproken met de gemeenteraad, aangepast
conform opbrengst van deze bespreking en vervolgens uitgewerkt in de Energievisie.
Daarbij onder C7 uit te gaan van de volgende aanpassingen:
- kleinschalige velden van maximaal 10 ha bruto eventueel toe te staan, zodat met maximaal 6 ha netto
ruimte voorzonnevelden deze rendabel kunnen worden gerealiseerd inclusief de benodigde
landschappelijke inpassing die het landschap verrijken;
- de zonneladder richtinggevend te laten zijn, niet leiden en daarmee uitsluitend;
- niet alle essen bij voorbaat uit te sluiten, maar in de energievisie concreet te maken welke essen dat
betreft, met in acht neming van de waarderingskaart buitengebied;
- beoogde locaties niet te beperken tot de stadsranden en te bezien in samenhang met discussies met
Enexis over mogelijkheden tot uitbreiding van de benodigde technische infrastructuur.
3. Voor het eind van deze collegeperiode te streven dat het minimale scenario van 8% in 2030 gerealiseerd
is, middels het voorbereiden van besluitvorming voor duurzame energieprojecten en eens per zes
maanden over de voortgang te rapporteren aan de gemeenteraad inclusief de ervaren belemmeringen
om deze minimale ambitie te realiseren.